fbpx

Dit is een opiniestuk van De Federatie, de koepelorganisatie van het socio-cultureel werk en de amateurkunsten, over de decreten die het cultuurlandschap in Vlaanderen vormen.

Neen, één eenheidsdecreet voor cultuur komt er niet, maar dat de decreten steeds meer op elkaar zullen lijken, staat buiten kijf. Althans als het van de “herijkingsoefening” afhangt waaraan het departement Cultuur, Jeugd en Media volop werkt. Het nieuwe kunstendecreet vormt de prelude en in september 2023 zou een vademecum voor de volgende decennia het orgelpunt moeten vormen. Doel: de decreten beter afstemmen op de interne processen van het departement en ze als kader gebruiken voor verdere digitalisering. Maar de klant wordt er ook beter van, aldus afdelingshoofd Denolf in de Commissie Cultuur.

Groots project

Het begon allemaal in 2018. Enerzijds: het departement voor Cultuur, Jeugd en Media kende de start van een grondige hervorming. Voortaan zouden niet de sectoren de architectuur van de administratie bepalen, maar eerder de “processen”: beleidsvoorbereidend werk bij de ene, dataverzameling bij de andere, toezicht bij weer een andere enzovoort. En dus moeten ook de decreetsprocessen zoveel mogelijk op elkaar lijken. Anderzijds startte ook het project “slimme subsidies” van de Vlaamse overheid. En dat KIOSK best nog een flinke stap in de 21ste eeuw zet, daar blijft vriend en vijand het over eens. Al deze ontwikkelingen leidden tot een groots project waartoe het departement zich engageerde. Onder leiding van Jan Denolf, afdelingshoofd Subsidiëren en Erkennen, en met Stef Vonk als projectmanager. Beiden gaven op 24 maart hierover klank en beeld in de Commissie Cultuur van het Vlaams Parlement.

Jan denolf
Jan Denolf, Afdelingshoofd Subsidiëren en Erkennen, Departement CJM.

Veel werven en werken tegelijk

Het is een complexe oefening, zoveel is duidelijk. Want terwijl het departement tegen september ’23 een “generiek ideaaltypisch referentiekader” voor de decreten klaar wil hebben, zit “de politiek” niet stil: dezer dagen bespreekt het parlement een nieuw kunstendecreet en er is de aankondiging dat bijvoorbeeld ook het cultureel erfgoeddecreet, het amateurkunstendecreet en het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk op de werkplank komen. Het is duidelijk dat de administratie hier ook mee worstelt: de eigen herijkingsoefening is nog niet doorgesproken met de sectoren en nog niet afgerond, maar tegelijk wordt er zoveel mogelijk werk van gemaakt bij het uitschrijven van decreetsaanpassingen. Goed dus, dat het departement alvast in de Commissie Cultuur uitleg gaf over de aanpak.

Slim subsidiëren

Alles ging dus van start met het project “Slimme Subsidies”, waarmee de Vlaamse overheid, over alle departementen heen, de subsidieprocessen wil harmoniseren en vereenvoudigen. Eén en ander moet er ook toe leiden dat er een subsidieregister komt, waaruit moet blijken wie welke subsidies krijgt. Uit deze oefening bleek dat de subsidieprocessen in Cultuur dikwijls vrij complex zijn. Bedoeling is om één en ander te “verslanken”. Procedures voor het behandelen van aanvragen, de adviesverstrekking, de besluitvorming, het toezicht,… worden dus op de werkbank gelegd. Aan de basis ligt ook een onderzoek van advocatenkantoor Stibbe van november 2020. 168 pagina’s lang analyseerden zij de drie “grote” decreten, waaronder dit op het sociaal-cultureel volwassenenwerk. Zij adviseerden over wat er in decreten moet, wat in uitvoeringsbesluiten, wat in draaiboeken. Hoe minder in het decreet zelf wordt bepaald, hoe soepeler regering en administratie hiermee om kunnen gaan. Een zinvolle oefening, zo repliceerde Marius Meremans (N-VA), maar dit vergt zeker “een evenwichtsoefening met de rol van het parlement”.

Dicht bij de sector

Orry Van de Wauwer (CD&V) erkent dat de huidige decreten op heel wat vlakken van elkaar verschillen, maar dat vindt hij ook logisch. Dit vloeit voort uit een traditie waarin de ambtenaren dicht bij “hun” sector stonden, wat volgens hem “altijd een sterkte is geweest”. Jan Denolf hoopt dan weer dat deze vereenvoudiging en “automatisering” ervoor zal zorgen dat ambtenaren minder lang met de uitvoering van de decreten bezig moeten zijn en daardoor meer tijd vrij hebben om opnieuw de kennis over de sector op te bouwen.

Allen in de cockpit

Toen cultuurminister Jambon een nieuw kunstendecreet aankondigde, doken medewerkers uit de diverse decreetteams in een “herijkingscockpit“. Zo kon, meteen bij de ontwikkeling van dit nieuwe decreet, afgestemd worden over eventuele gevolgen voor de andere decreten.Wat dit verder concreet voor de andere decreten betekent, is nog onduidelijk, maar we konden alvast enkele gedachten noteren.Zo heeft de minister-president aan het Departement gevraagd om na te gaan of de nieuwe Bestuurscode Cultuur als een ontvankelijkheidsvoorwaarde in de decreten kan komen.

Anderzijds zal/kan de regeling rond de reservevorming in de decreten anders ingevuld kunnen blijven.Jan Denolf stelde zich luidop vragen over de verdere haalbaarheid van het werken met preadviezen, replieken, beroepsmogelijkheden,..“Want iedereen reageert op preadviezen”, zo antwoordde hij op een zorg van Staf Pelckmans (Groen), die met zijn rist vragen duidelijk zoveel mogelijk informatie aan de oppervlakte wilde krijgen. “Als het wenselijk is, dan bouwen we die beroepsmogelijkheden in”, zo vervolgde Denolf, “maar als we het in het ene decreet voorzien, dan moeten we dat ook in alle andere decreten doen. Daarvoor heb ik 12 à 15 VTE extra nodig“. Bovendien berekende het Departement dat het afgelopen jaar 500 externe deskundigen aan de slag moesten om te beoordelen: “Het kritisch maximum is bijna bereikt”Het is duidelijk dat deze herijkingsoefening een sterke invloed kan hebben op de inhoudelijke, principiële keuzes in de decreten.

Alles in proportie

Ook de ontvankelijkheidscriteria kunnen/zullen anders worden ingevuld: de computer zou deze best automatisch (“binair”) moeten kunnen behandelen. Bovendien vroeg Denolf zich luidop af of de huidige ontvankelijkheidsvoorwaarden niet te beperkt zijn, of de lat niet te laag ligt.Verder worden ook de verschillende tijdsstippen waarop beoordeeld moet worden naast elkaar gelegd, zodat gemakkelijk(er) personeel van andere teams kan worden ingeschakeld. Dat is ook één van de redenen waarom het Departement meent dat decreten best zoveel mogelijk op elkaar lijken. Ook voor het toezicht werkt het departement verder aan scenario’s om dit meer “proportioneel en risicogedreven” uit te werken.

Overleg gewaarborgd

Zeker Staf Pelckmans en Orry Van de Wauwer legden de nadruk op de noodzaak aan een degelijke samenspraak met de sectoren. Jan Denolf gaf aan dat de sectoren “op de hoogte zijn van deze oefening” en dat er “voortdurend een participatief” traject wordt gelopen, onder meer via de sectorale overlegmomenten die drie maal per jaar worden georganiseerd. Wij hebben dat zelf tijdens de laatste twee bijeenkomsten -de periode waarin het kunstendecreet zijn cockpit had- niet echt gemerkt, maar we kijken uit naar de verdere stappen en inhoudelijke gesprekken. Want het kan zeker geen kwaad om deze oefening te maken en hierin dan ook de mogelijkheden en bekommernissen van de verschillende actoren (administratie, beleidsmakers en sectororganisaties) in samen te brengen. Wordt dus vervolgd, want Jan Denolf bevestigde dat “overleg met de stakeholders is gewaarborgd“.

Wil je weten waarom Orry cultuur en socio-culturele organisaties belangrijk vindt? Kijk hier.

Categorieën: Cultuur

0 reacties

Een reactie achterlaten

Avatar plaatshouder

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *