Op 8 december 2019 werd de Antwerpse tramlijn 1 in gebruik genomen, als resultaat van de werken aan de Noorderlijn. Tramlijn 1 verbindt de P+R Luchtbal over de Noorder- en Zuiderleien met het Zuid. Als dusdanig kan ze reeds als één van de ruggengraten van het Antwerpse tramnet worden beschouwd. Over deze tramlijn stelde ik de minister al de vraag of deze lijn een Meer Mobiele Lijn zou zijn. Meer mobiele lijnen zijn tram- of buslijnen waar rolstoelvriendelijke voertuigen op worden ingezet en ook een groot deel van de tram- of bushaltes toegankelijk is. Zo kunnen mensen met een verminderde mobiliteit gebruik maken van deze tram- of buslijn zonder reserveren.
Uit het antwoord van de minister bleek dat tramlijn 1 vanaf aanvang geen Meer Mobiele Lijn was. De minister liet in haar antwoord weten dat De Lijn nog niet kon garanderen dat alle trams op deze lijn een lage vloer zullen hebben. De Lijn liet weten dat over de toegankelijkheid van tramlijn 1 verdere verduidelijking zou komen in januari 2020.
In Antwerpen gelden de regels blijkbaar niet
Verdere vragen over de toegankelijkheid van de Antwerpse tramlijnen schetsen een verder beeld. Niet alleen werd de Noorderlijn geen Meer Mobiele Lijn omdat er momenteel (dus tijdelijk) niet voldoende toegankelijke voertuigen beschikbaar zijn. Ook werden heel wat nieuwe perrons gewoonweg niet toegankelijk aangelegd. Bijvoorbeeld aan halte Groenendaallaan is er een te grote spatie tussen tram en perron om bruikbaar te zijn met een rolstoel. Zo blijken nog 9 haltes op het hele traject niet bruikbaar te zijn voor mensen met een motorische beperking.
Wat echter veel erger is, is het resultaat voor blinde en slechtziende mensen. De Vlaamse norm voor toegankelijkheid schrijft drie vereisten voor zodat blinden en slechtzienden veilig kunnen opstappen op tram en bus:
- Een waarschuwingsmarkering (strook in noppentegels/markering) op 30 cm afstand van de perronboord
- Een opstapvlak van 90cm op 90cm in rubbertegels
- Een geleidelijn (strook in ribbeltegels/markering) vanaf het opstapvlak tot aan de natuurlijke geleiding.
Wat blijkt nu? De stad Antwerpen weigert om deze norm te hanteren. Rubberen tegels worden geweerd. Volgens de schepen gebeurt dit wegens veiligheidsredenen. Dit kan ik nog begrijpen. In het verleden gebeurde het dat deze tegels door regen omkrulden en valpartijen veroorzaakten. Het is dus begrijpelijk dat er gezocht wordt naar alternatieven. Maar jammer genoeg legt de stad haar eigen alternatief gewoon niet aan.
Noorderlijn: 36/38 haltes niet voorzien voor blinden en slechtzienden
Het is belangrijk voor blinden en slechtzienden om een locatie aanduiding te krijgen waar ze moeten staan. Hiervoor dienen de rubberen tegels. De stad Antwerpen wilt deze tegels dus niet, en stelt dat ze kiezen voor een onderbreking van de waarschuwingsstrook. Zo wordt volgens de stad evengoed duidelijk gemaakt waar specifiek opgestapt moet worden. Maar wat blijkt, heel wat haltes op de Noorderlijn hebben simpelweg geen enkele aanduiding. De Vlaamse norm wordt niet gevolgd, en ook de stad legt het eigen alternatief niet aan …
Dat de stad uit veiligheidsoverwegingen de norm in vraag durft stellen, is heel gezond. Maar hierover moet ze dan de dialoog aangaan met Vlaanderen in plaats van de regels naast zich neer te leggen. Want het huidige beleid zorgt dat er geen eenvormigheid is. Elk van de bovenstaande foto’s zijn haltes die liggen op gewestwegen in de stad Antwerpen. Hierbij wordt de ene keer de norm van de Vlaamse overheid gevolgd, een andere keer wordt een alternatieve vorm gelegd en soms ligt er ook helemaal niets. Dit is heel verwarrend. Het openbaar vervoer is belangrijk voor blinden en slechtzienden. Het is hun enige vorm van zelfstandige mobiliteit. Het is dus niet te begrijpen dat hier zo nonchalant mee omgesprongen wordt. De Noorderlijn had zowat een paradepaardje van het Antwerpse openbaar vervoer moeten worden, maar qua toegankelijkheid is dit toch afgelopen op een sisser.
0 reacties