fbpx

In de vorige editie van de nieuwsbrief van de Federatie sociaal-cultureel werk stond te lezen dat sociaal-culturele organisaties bij de toekenning van de innovatieve partnerprojecten op een muur botsten.  Dit ontging ook minister Gatz en de commissie cultuur van het Vlaams Parlement niet.  Op 1 februari vroeg Orry Van de Wauwer (CD&V) minister Gatz naar de oorzaak van de vreemde verhouding tussen de verschillende sectoren in de toekenning van de subsidies. 

Veel sociaal-culturele indieners, weinig toekenningen

Ondanks de korte indienperiode (tijdens de zomer van 2017) toonden zich vele gegadigden voor deze projectregeling. In totaal vroegen 45 organisaties subsidies aan. Hierbij 12 organisaties – meer dan een kwart dus – met een duidelijke sociaal-culturele insteek. Uiteindelijk kregen 19 organisaties een subsidie toegewezen, maar wat blijkt? Amper eentje daarvan is sociaal-cultureel. Een verrassend resultaat dat om de nodige duiding en bijsturing vraagt. Ook Orry Van de Wauwer dacht dit: “De Federatie vraagt of de sociaal-culturele sector collectief de opdracht niet begrepen heeft. Of dat er iets mis liep met de procedure en beoordeling. Wat is uw standpunt hierover, minister? In 2018 zal er opnieuw een oproep worden gelanceerd. Zal de eerste projectoproep voor partnerprojecten worden geëvalueerd en bijgestuurd? Zodat op deze manier alle culturele sectoren meer kans maken om innovatieve partnersubsidies te bekomen? En daarnaast ook de maatschappelijke innovatie van sociaal-cultureel werk de erkenning krijgt die het verdient?

Minister Gatz: “geen extra speeltuin van de kunstensector”

In zijn antwoord geeft de minister een uitgebreid overzicht van de totstandkoming van het oordeel van de beoordelaars. Deze nuttige informatie kan je terugvinden via de link onderaan dit artikel (volledig commissieverslag). Daarnaast geeft minister Gatz aan werk te willen maken van de nodige evaluatie en bijsturingen:  “Enig ongemak is mij ook niet vreemd met betrekking tot uw vraag. Het is misschien niet helemaal zoals het bedoeld was. Maar het heeft wellicht voor een deel met de communicatie van de nieuwe lijnen en verwachtingspatronen te maken. Ik ga ervan uit dat we, met wat we nu weten, in de volgende oproepen de evenwichten tussen de subsectoren kunnen versterken. Dat is wel degelijk de bedoeling.

Om het nu met een andere uitsmijter te zeggen, voorzitter: het is niet de bedoeling dat dit een extra speeltuin van de kunstensector kan worden. Ik heb, zoals iedereen in deze zaal, niets tegen de kunstensector. Maar we zouden ervoor moeten kunnen zorgen dat die partnerprojecten, die partnerschappen, ruim genoeg gaan.”

Bijsturing & evaluatie

De aanzet tot bijsturing en evaluatie wordt positief onthaald door de parlementsleden. Orry Van de Wauwer vraagt zich terecht af wat er met het advies van de SARC is gebeurd. Meer bepaald bij de samenstelling van de beoordelingscommissie: ” De Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC) heeft een advies gegeven in mei 2017, naar aanleiding van de start van de oproep. Wat is daarmee gebeurd? Werd daar rekening mee gehouden? Zijn er bij de experten die de beoordeling doen ook externe experten betrokken geweest, of is het gebleven zoals het oorspronkelijk gepland was, met enkel experten vanuit het departement zelf?” De minister beloofde hierop schriftelijk te antwoorden.

De Federatie kijkt uit naar de evaluatie van dit reglement. Op deze manier hoopt ze dat de sociaal-culturele organisaties even gemotiveerd blijven om deel te nemen aan de tweede oproep die later dit jaar zal volgen. 

Het volledige commissieverslag met meer duiding bij de beoordeling en de volledige tussenkomsten van Orry Van de Wauwer (CD&V), Marius Meremans (N-VA) en Bart Caron (Groen) kan je nalezen via deze link.

Artikel van de website van De Federatie. 

Wil je weten waarom Orry cultuur en socio-culturele organisaties belangrijk vindt? Kijk hier.


0 reacties

Een reactie achterlaten

Avatar plaatshouder

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *